Onze school komt dit schooljaar in aanmerking voor het project “Spelen Met Taal”.
Dit houdt in dat de kinderen dramalessen krijgen in combinatie met woordenschat.
De woordenschat betreft woorden die uit onze taalmethode komen.
De lessen worden gegeven door Andrea Diersen in de groepen 3/4 en 4/5 op donderdagmorgen.
Dit in de periode september t/m december.
Andrea heeft een stukje geschreven over het project “Spelen Met Taal” waarin zij het een en ander uitlegt.
In de lessen Spelen Met Taal krijgen de leerlingen dramales waarbij de woordenschat wordt uitgebreid en verdiept. Dit betekent dat de leerlingen gaan toneelspelen en dat vinden eigenlijk alle kinderen leuk. Ze mogen fantaseren en verhalen bedenken met elkaar. Om een mooi verhaal te maken, moeten de leerlingen goed naar elkaar luisteren en kijken. Ze leren op deze manier samenwerken. Ook spelen ze met sociale omgangsvormen. Hoe gaat een koningin met haar bedienden om in een sprookje? Hoe interview je een inuït – en zeg vooral geen eskimo! – op de Noordpool? Of hoe verloopt een eerste ontmoeting met een nieuwe klasgenoot op het schoolplein? Om maar een paar voorbeelden te geven. Door een rol te spelen, leren de leerlingen zich verplaatsen in iemand.
Toneelspelen kan niet zonder taal. Hoe meer woorden je kent, hoe mooier de verhalen zijn, die je kunt vertellen. In de lessen Spelen Met Taal werken we met de woordenlijsten die de leerlingen in de taallessen al behandeld hebben of nog gaan behandelen. Dit betekent dat de leerlingen de woorden opnieuw horen en in de context van een zelfbedacht verhaal gaan gebruiken. Op deze manier wordt ook snel duidelijk of een woord begrepen wordt en op de juiste manier gebruikt.
Mijn ervaring is dat de leerlingen met veel plezier naar de lessen komen, gaandeweg steeds makkelijker zichzelf durven te laten zien en – bijna ongemerkt – hun taal verrijken.
Andrea Diersen, dramadocent Spelen Met Taal